Het belang van vingers bij tellen: Een natuurlijke rekenmethode.
Het tellen op je vingers is een natuurlijke en instinctieve manier van rekenen die jonge kinderen vanzelf ontwikkelen. Het gebruik van vingers helpt hen grip te krijgen op getallen en hoeveelheden. Opmerkelijk genoeg maken zelfs volwassenen nog regelmatig gebruik van hun vingers om bijvoorbeeld aantallen te tellen, te laten zien hoelang iets nog duurt of de dag van een bepaalde datum aan te geven.
Het belang van vingers bij het rekenen:
Toch hoor ik vaak leerkrachten tegen leerlingen zeggen dat het gebruik van vingers niet is toegestaan. Dit terwijl het stimuleren van kleuters om op hun vingers te tellen, juist een belangrijke vaardigheid in het rekenen bevordert. Sommen zoals 4 + 3 of 5 - 1 kunnen zij dan correct beantwoorden. Vingers hebben kinderen altijd bij zich en kunnen zij op een effectieve manier gebruiken.
Van vingers naar memorisatie:
In groep 3 zullen kinderen vaak vanzelf minder vaak hun vingers gaan gebruiken, omdat ze sommen uit hun hoofd hebben geleerd. Dit wordt ook wel memorisatie genoemd, waarbij kennis direct kan worden opgenoemd zonder dat het berekend hoeft te worden. Het verbieden van het gebruik van vingers is echter contraproductief. Kinderen zullen stiekem onder de tafel gaan tellen of andere hulpmiddelen zoals een liniaal, klok of getallenlijn in de klas gebruiken. Het is beter om kinderen aan te leren dat ze kunnen laten zien wanneer ze het tellen nog nodig hebben, en dat dit normaal is. Verbieden kan namelijk rekenangst veroorzaken. In plaats daarvan kunnen we de nadruk leggen op de ontwikkeling van automatisering.
Extra rekentijd voor automatisering:
Als kinderen aan het einde van groep 3 nog steeds hun vingers nodig hebben, is extra oefentijd nodig om te automatiseren. Optel-, aftrek- en splitsommen onder de 10 moeten gememoriseerd worden. Bij voorkeur worden ook sommen tot 20 geautomatiseerd, of in ieder geval versneld uitgerekend.
Het belang van oefening en begrip:
Voor sommige leerlingen is veel extra oefening nodig, maar uiteindelijk zullen ze het hoofdrekenen beheersen. Het is essentieel om naast oefening ook begrip te ontwikkelen van de rekenconcepten, zodat kinderen niet alleen blindelings sommen uit hun hoofd opnoemen, maar ook begrijpen wat ze doen.
Conclusie:
Het tellen op je vingers is een natuurlijke en waardevolle manier van rekenen voor jonge kinderen. Het gebruik van vingers helpt hen getallen en hoeveelheden te begrijpen. Het verbieden van het gebruik van vingers kan averechts werken en rekenangst veroorzaken. In plaats daarvan moeten we kinderen begeleiden bij het ontwikkelen van automatisering en het begrip.